De weerstandsratio komt bij de Begroting 2024 uit op een stand van 1,1. Dat is iets boven de met de raad afgesproken normratio. Deze stand is nagenoeg gelijk aan de laatste standen bij de Jaarstukken 2022 (1,2) en de Kadernota 2024 (1,1).
Het totale risicobedrag (€ 29,1 miljoen) is iets lager dan bij de Jaarstukken 2022 en de Kadernota 2024 (€ 30,9 miljoen). Dit wordt verklaard door diverse wijzigingen in risicoprofielen van grondexploitaties die - per saldo - het risicoprofiel met € 1,8 miljoen verlagen.
De grote risico's van het Grondbedrijf worden gevormd door de algemene risico's als gevolg van schommelingen in de economische groeiverwachting en risico's als gevolg van de kans op lagere grondopbrengsten en renteverliezen door vertraging. De omvang van deze algemene risico's is juist gestegen ten opzichte van het laatste meetmoment bij de Jaarstukken 2022 en de Kadernota 2024. In de paragraaf Grondbeleid wordt separaat uitleg gegeven over het risicoprofiel en de Reserve Grondbedrijf.
De verwachting is daarnaast dat binnen afzienbare tijd mogelijk nieuwe verlieslatende grondexploitaties geopend gaan worden. De ontwikkeling Spuiboulevard is daar de grootste van. Afhankelijk van de woningbouwprogrammering kan het tekort op deze ontwikkeling oplopen tot € 15 miljoen. Zolang hierover geen besluit is genomen, blijft het bedrag onderdeel van het weerstandsvermogen en wijzigt de weerstandsratio niet. Zodra hierover echter een positief besluit valt en de onttrekking een feit wordt, valt de weerstandsratio terug onder een waarde van 1,0. Afspraak met de raad is dat er dan bij het eerstvolgende P&C-document inzicht wordt geboden in de wijze waarop de ratio weer richting de 1,0 wordt gebracht.
De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Zo spelen er diverse ontwikkelingen die binnen een tijdsbestek van enkele jaren zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben op de vermogenspositie en hiermee de ratio van het weerstandsvermogen. Te denken valt hierbij aan te nemen besluiten en verwachtingen omtrent:
- de blijvende financiële druk op de toekomstige exploitatiejaren,
- het definitieve jaarrekeningresultaat 2023,
- de winstpotentie op diverse grondexploitaties vanuit het Grondbedrijf de komende jaren,
- het structureel sluitend krijgen en houden van de meerjarenbegroting 2024-2027.