In deze paragraaf komen onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Afhankelijk van de rentestand en -verwachting en de hoogte en verwachte duur van een liquiditeitstekort of –overschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet.
Gelet op de liquiditeitspositie van Dordrecht is het niet nodig om in 2024 nieuwe leningen aan te trekken; anders dan wat al eerder is besloten ten aanzien van projectfinanciering voor het Dordthuis (voorheen Huis van Stad en Regio), zijn daarvoor wél nieuwe leningen met gunstige renteafspraken afgesloten. De rente is nadien gestegen. Desondanks kan, afhankelijk van afwegingen op een bepaald moment, ervoor worden gekozen om toch specifieke leningen aan te gaan, bijvoorbeeld voor doorverstrekking aan derden.
Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat zoveel mogelijk met kort vermogen wordt gewerkt. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn drie wettelijke normen opgenomen waaraan de gemeente bij het aantrekken en uitzetten van middelen moet voldoen: Schatkistbankieren , de kasgeldlimiet en de renterisiconorm . Deze normen worden in deze paragraaf beschouwd. Daarnaast wordt specifiek aandacht geschonken aan het kredietrisicobeheer . Ook beschouwt deze paragraaf de interne rente . In de interne renteomslag hangt alles met elkaar samen. Zo heeft een wijziging in de grondexploitaties bijvoorbeeld mogelijk effect op het riooltarief.